ROOSENDAAL - Morgen begint de competitie voor RBC met een uitwedstrijd tegen Rood-Wit W. De afgelopen weken stond in het teken van voorbereiding op die eerste wedstrijd. Er stonden vooral wedstrijden op het programma tegen tweede- en eersteklassers. Na drie groepswedstrijden in het bekertoernooi wist de Roosendaalse ploeg zich te plaatsen voor de knock-out fase. Tijd om met hoofdtrainer Ruud Pennings de balans op te maken.
Pennings is nu ruim een half jaar eindverantwoordelijke van het eerste elftal, hoe is de ervaring tot nu toe? “Ik ben in februari ingestapt. Ik vind dat het een club is met veel potentie, een grote achterban, ambitieus, met een geweldige accommodatie, staat altijd in de picture, wil hogerop. Dat spreekt mij erg aan. De club wordt breed uitgedragen, zoals met het RBC Netwerk en RBC Maatschappelijk. Er is een grote sponsorgroep. Voor die sponsorgroep wordt door het commerciële team ook veel activiteiten namens het netwerk ontplooid. Dat houdt binding met de mensen die samen met de club hogerop willen. Dat is heel erg positief. Natuurlijk zijn er dingen voor verbetering vatbaar, maar de club staat daar voor open en daar wordt ook hard aan gewerkt. We zijn op dat gebied nog niet klaar. In de korte tijd dat ik bij de club zit zijn er op dit vlak ook al heel veel goede verbeteringen doorgevoerd.”
Pennings is ingestapt halverwege vorig seizoen. Deze mogelijkheid was er, omdat RBC tussentijds afscheid nam van Robert Braber. Maar door wie is de in Zeeland woonachtige coach eigenlijk benaderd? "Op het moment dat de club Braber de wacht aan had gezet, werd ik kort daarna gepolst. Dat is gebeurd door Rick Mijnsbergen. Die kende mij uit de periode van Halsteren en die heeft het eerste contact gelegd. Ik heb een goede band met hem en die vroeg of ik geïnteresseerd was om hoofdtrainer van RBC te worden.” Moest je er lang over nadenken? “Ik moest er niet lang over nadenken en heb vrijwel meteen ja gezegd.” Het thuisfront was ook zo enthousiast? “Thuis ook, ja zeker. Ik heb ook een achtergrond met RBC, Piet Koster is voorzitter van de club geweest. Die heeft tijdens mijn trainerscarrière altijd meegekeken over mijn schouder. Gaf altijd gevraagd en ongevraagd advies over hoe ik mijn trainersloopbaan een impuls kon geven. Ik heb Kees Vermunt nog als trainer gehad en ik heb hier mijn TC1-stage gelopen tijdens de Eredivisie toen Jan van Dijk trainer was.” RBC loopt eigenlijk als een rode draad door je voetballeven? “Ja, in zekere zin wel, want ik heb ook nog een jaar als keeper gespeeld en ben een jaar keeperstrainer geweest.”
RBC staat er aan de buitenkant – zeker in de regio – niet altijd even goed op. Daar heeft het soms zelf een handje van, maar het valt ook niet te ontkennen dat de Roosendaalse club een andere weg inslaat dan de meeste andere verenigingen. De club is ambitieus en schuift dat ook niet onder stoelen of banken. Hoe keek Pennings naar die situatie voordat hij in dienst kwam bij de club? “Ik heb bij veel clubs gewerkt die ook zeer ambitieus zijn. Er is bij die clubs veel media-aandacht en ze staan altijd in de picture. En als het niet goed gaat, krijg je veel commentaar van een deel van het voetbalpubliek. Dat hoort erbij, en dat is mij niet vreemd. RBC weet waar het naartoe wil en ik ben er van overtuigd dat ze daar vroeg of laat ook gaan komen. Als trainer ben je meestal van de korte termijndoelstellingen, maar ook de doelstelling van de lange termijn heeft mijn aandacht. Overigens is het beeld vanuit Zeeland over RBC wel positief. RBC heeft ook veel spelers uit Zeeland gehad in het verleden, ik ben er daar zelf een van.”
Tijdens de eerste weken van Pennings als eindverantwoordelijke loopt er nog een zaak van Braber tegen RBC om zijn oude functie als hoofdtrainer terug te krijgen. Pennings kent Braber uit zijn periode bij Halsteren. Het contact tussen beide is goed. Hoe is die situatie op het moment dat jij in gesprek bent met RBC, heb je het er dan over met hem? “Nee, ik zie dat puur zakelijk. Het is op dat moment een conflict tussen trainer en club, daar heb ik mij verre van buiten gehouden.” Hij kwam nog regelmatig naar wedstrijden kijken, is dat iets wat je stoorde? “Nee, helemaal niet. Bij een van die keren heeft hij mij ook persoonlijk gezegd dat hij mij niets kwalijk nam.”
De rol van hoofdtrainer combineert Pennings met die van bestuurslid technische zaken bij VC Vlissingen. Zit dat elkaar in de weg? “Vlissingen is een andere koers gaan varen. De zondagtak is gestopt en ze zijn overgestapt naar het zaterdagvoetbal en zetten onder andere in op de jeugdafdeling en het zaterdagvoetbal. De bestuursfunctie van Vlissingen zit mijn functie bij RBC niet in de weg, het is goed te combineren.”
Hoofdtrainer Ruud Pennings tijdens de afsluitende training van RBC voor de wedstrijd tegen Rood-Wit W in het Atik Stadion. |
Pennings begint voortvarend aan de klus bij RBC. Het is wel een turbulente tweede seizoenshelft, een uitvloeisel van hetgeen in december is gebeurd. De coach heeft een afgeroomde selectie, krijgt er wel Karim Didi bij en een herstelde Anwar Tarfit, die de eerste seizoenshelft vooral geblesseerd aan de kant zit, maar heeft vooral achterin problemen omdat daar veel verdedigers zijn weggevallen. RBC komt snel op de gelijke hoogte met koploper VOAB. Na de wedstrijd tegen Beek Vooruit (2-5 winst) is de Roosendaalse ploeg medekoploper naast VOAB. Een dag later is de euforie weg. De KNVB geeft RBC vijf strafpunten. Niet veel later wordt ook Anass el Gamali geschorst. Voor de rest van het seizoen is hij niet meer inzetbaar. Opvallend is dat er bijna geen tegengoals vallen. Er is nog maar één echte verdediger tot Penning’s beschikking. Dat is Perry Bierkens. Voor de rest moet hij het opvullen met middenvelders. Hoe bouw je zo’n stevig fundament, want in de meeste wedstrijden wordt er niet één kans weggegeven? “Ik ben in het verleden keeper geweest en die krijgen nog wel eens het verwijt dat ze heel verdedigend spelen. Ik heb met Vlissingen altijd aanvallend gespeeld en dat doe ik met RBC ook. Ik hamer er altijd op om vanuit de positie te voetballen, georganiseerd vanuit de taak te spelen: gestructureerd aanvallen, maar ook verdedigen. De restverdediging moet altijd goed staan. Bovendien was het zo dat we afgelopen seizoen vaak de bovenliggende partij waren, waardoor we meer balbezit hadden en op de helft van de tegenstander speelden.”
Gedurende de tweede seizoenshelft blijkt duidelijk dat het tussen drie clubs gaat: VOAB, TSC en RBC. Na een aantal overwinningen staat de wedstrijd tegen TSC op de rol. Die wedstrijd eindigt in 0-0. RBC blijft daarna winnen en na de wedstrijd tegen Cluzona (0-4 winst) staat RBC tegenover koploper VOAB. Bij winst is RBC de nieuwe aanvoerder van de ranglijst. Niets lijkt dat in de weg te staan. Het loopt echter anders. RBC verliest met 4-1, maar had kansen om de wedstrijd naar zich toe te trekken. Is dat het mankement? Teveel kansen nodig op cruciale momenten? “Een aantal factoren tijdens dat duel waren van invloed op het resultaat. VOAB is ten eerste een goed voetballende ploeg. In het begin van de wedstrijd tegen VOAB zag ik in ons team ook wat spelers die wat last hadden van wedstrijdspanning. In die fase kwamen we ook met 1-0 achter, maar daarna pakten we de draad goed op en konden we ons eigen spel spelen met als resultaat dat we vlak voor het rustsignaal op 1-1 kwamen. In het eerste kwartier na rust kregen we drie hele goede kansen die we niet verzilverden. In die fase hadden we de voorsprong moeten nemen en de wedstrijd winnend naar ons toe kunnen trekken.”
Het zakt na die wedstrijd tegen VOAB wat in elkaar. De laatste drie duels worden niet gewonnen. “Het wordt na VOAB al snel duidelijk dat een kampioenschap vervlogen is en dat we ons dienen te richten op de nacompetitie. Het resultaat in de laatste wedstrijden speelden daardoor geen rol meer. De basisspelers met pijntjes, en die waren er best wel veel, werden zoveel mogelijk ontzien. Omdat we nog lang mee hebben gedaan voor de bovenste plek, kon ik niet anders dan deze spelers toch elke keer weer opstellen om resultaat te halen. De selectie was gewoonweg te smal om te kunnen rouleren. Spelers die tot dan toe weinig hadden gespeeld kwamen er in en er werd nu veel gevraagd van ze. Dat is voor deze spelers niet makkelijk geweest. Maar op het moment dat het kampioenschap niet meer haalbaar is en de resultaten er niet echt meer toe doen, neemt onbewust ook de absolute wil om de nog resterende wedstrijden te winnen af.”
RBC wordt uiteindelijk vierde in de competitie en heeft door de gewonnen periodetitel tijdens het lopende seizoen nog een kans om te promoveren. Dat moet via de nacompetitie gebeuren, waarin acht ploegen strijden om één ticket voor de eerste klasse. De zorgen voor Pennings worden erger, omdat ook Pisas afvalt. Ondanks de nóg kleiner wordende selectie komt RBC tegen de eerste tegenstander van de nacompetitie SVSSS op voorsprong. Die voorsprong wordt weer uit handen gegeven. Is de conclusie van die wedstrijd dat door drie persoonlijke fouten RBC zichzelf heeft uitgeschakeld? “Ik vind dat je dat breder moet trekken dan alleen deze wedstrijd. Alles overziend ligt er een oorzaak dat we gedurende het verloop van de tweede seizoenshelft met een smalle selectie de competitie moesten afmaken. Hierdoor werd er veel gevraagd van spelers met blessures en pijntjes die toch moesten spelen. De belasting werd daardoor te groot, wat dan ook effect heeft op de resultaten. SVSSS speelde vooral via de omschakeling met veel bijsluitende mensen. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt, maar zonder fouten worden er geen goals gemaakt. We hebben die wedstrijd naar onze mogelijkheden wel alles gegeven om een goed resultaat te halen, we raken ook drie maal de lat.” Het lijkt erop dat op de écht cruciale wedstrijden RBC het laat liggen. TSC, VOAB en SVSSS, het zijn allemaal wedstrijden waarin RBC er niet als winnaar uit kwam. Wat is daar de verklaring voor? Want als je de kansenverhouding bekijkt zou het helemaal niet gek zijn als RBC als winnaar van het veld gestapt zou zijn? “Je hebt in deze wedstrijden ook met de kwaliteiten van de tegenstander te maken. Die ligt hoger dan het gemiddelde uit onze competitie. Tegen ploegen die achterover gaan leunen, daar pakten we uiteindelijk toch wel de overwinning. Maar ploegen die bovenin meedraaiden, die hadden meer kwaliteit en konden uiteindelijk profiteren van mankementen op dat moment aan onze kant. Als wij top waren geweest, hadden we die topwedstrijden ook gewonnen; daar ben ik van overtuigd.”
Imran Echambit krijgt uitleg van Ruud Pennings tijdens de afsluitende training. |
Door de nederlaag tegen SVSSS (4-2 verlies) komt er een streep door de ambities van RBC van vorig seizoen; promoveren is niet gelukt. Dit jaar krijgt het een herkansing. Een aantal spelers besluit de club te verlaten. Op 15 juni – dat is de laatste dag van de overschrijvingstermijn – heeft de Roosendaalse ploeg slechts zestien spelers. Veertien veldspelers en twee keepers. Dat is erg mager, er is dan ook veel kritiek. Hoe kan van een hoofdtrainer geëist worden dat hij om de bovenste plek meedoet met zo’n kleine selectie? Hoe kijkt Pennings daar naar, deelt hij die kritiek op het technisch beleid? “Nee helemaal niet, ik begrijp die kritiek ook niet. RBC is een club met een enorme aantrekkingskracht op spelers. Je hebt natuurlijk een overschrijvingstermijn, een deadline voor amateurclubs om spelers bij andere amateurclubs over te nemen. Maar er liepen ook contacten met andere spelers die wij na die termijn konden halen. En wij moeten niet te snel keuzes maken, want dan bestaat de kans dat je een te snelle beslissing neemt en je een buitenkans mist. Je komt dan uit bij spelers die in het buitenland spelen of hebben gespeeld of betaald voetbal spelen; waardevolle spelers voor ons. Dit soort spelers wachten ook lang om een keuze te maken. Komt er bijvoorbeeld nog een betaald voetbalclub? En als dat dan niet lukt dan is RBC misschien een mooie optie om voor uit te komen. En we kijken ook echt wat we nodig hebben. De posities die we nog in moesten vullen, hebben we daarna ook in kunnen vullen. Ons beleid is er op gericht dat we ook een of twee plaatsen inruimen voor spelers uit de eigen jeugdopleiding. Verder kijken we naar spelers uit de omgeving van Roosendaal, met voorkeur spelers die een verleden hebben met RBC. Zodra we op een hoger niveau gaan spelen dan kan het zijn dat de cirkel rondom Roosendaal wat wordt uitgebreid.
De selectie is bijna ideaal naar wens. RBC speelde enkele oefenduels tegen sterke zondag eersteklassers. SC Kruisland – vermoedelijk een van de clubs die in de hogere regionen van de eerste klasse gaat eindigen – en DOSKO dat al enkele jaren actief is in de Zondag Eerste Klasse. Het eerste duel speelt RBC gelijk, het tweede duel wordt met 2-0 gewonnen. Wat is het niveau van de huidige groep als dit in divisieniveau of klasse uitgedrukt moet worden? “Hmm, goede vraag. Ik denk dat dat zoals het er nu bij staat dat deze huidige selectie van RBC in het linkerrijtje zou kunnen eindigen van de Zondag Eerste Klasse. Wil je echt voor het kampioenschap gaan in die Eerste Klasse dan moet er op bepaalde posities misschien doorgeselecteerd worden. Je moet ook ergens naartoe groeien. De basis, de kern moet staan. Als je nieuwe spelers haalt, duurt het altijd even voordat het naar elkaar toe gegroeid is. Het moet op elkaar ingespeeld raken.”
De doelstelling voor dit jaar is duidelijk: promoveren. Maar, Ruud Pennings is ambitieus. Stelling: Ruud Pennings heeft – in normale omstandigheden – gefaald als hij niet kampioen wordt van de Tweede Klasse C met dit elftal? “Voor mijzelf leg ik die ambitie wel op, dus in die zin kan je dat gerust stellen ja. Je moet altijd voor het hoogst haalbare gaan.” Wie zijn dan eigenlijk de concurrenten? Van vorig jaar is alleen RBC nog over van de top 5. “Dat is lastig te bepalen inderdaad. Er zijn veel nieuwe ploegen bij. Een aantal uit de regio Rotterdam, maar ook enkele clubs die gepromoveerd zijn vanuit de Derde Klasse. Ik ben vooral benieuwd, ik kan er niet eentje aanwijzen waarvan ik echt zeg: dat is onze directe concurrent, dat zal nog moeten blijken.” De kans bestaat altijd dat er een verrassing tussen zit die boven verwachting presteert.” Pennings is nu een tijdje actief als trainer van RBC. Het hoofdtrainerschap van deze club is niet makkelijk, met al die randzaken die elk jaar de kop op steken. De vele zware kritieken die dan vallen. Dagen en soms weken achter elkaar. Hoe is dat voor jou? “Ik ben het niet eens dat RBC een moeilijke club is om voor te werken. Ik kijk dan ook niet terug op de periode voor mijn aanstelling. Ik kijk hoe de situatie nu is en met welke mensen ik binnen de club te maken heb. En met die mensen kan ik goed samenwerken. Ik heb bij veel clubs in het verleden gewerkt, waardoor ik dat goed kan inschatten.” Hoe zorg je dat spelers daar geen last van hebben, want ook langs de kant wordt veel geroepen? Elk individu reageert daar weer anders op natuurlijk. “Spelers moeten zich zoveel mogelijk afsluiten wat er rondom het veld gebeurd. Alleen concentreren op hetgeen wat er in het veld gebeurd. De meeste jongens die we hebben, zijn ervaren genoeg om daar goed mee om te gaan. Maar we hebben ook jonge spelers die al veel ervaring opgedaan hebben in jeugdopleidingen van BVO’s en bij clubs in het buitenland. Die nemen ook bagage mee. We hebben een volwassen groep, een goede mix van ervaring en talent. Er zit corrigerend vermogen in de groep, ook naar elkaar toe. En dat is belangrijk.”
De spelersgroep van RBC is redelijk complementair aan elkaar. Er moeten nu eenmaal spelers op de bank plaatsnemen, er mogen er maar elf opgesteld worden. Hoe zorg je dat het een coherent geheel blijft? “Uiteindelijk stellen spelers zichzelf op. Als ze goed genoeg zijn, staan ze erin. Simpeler kan ik het niet maken. En ik besef dat het clichés zijn, maar je hebt iedereen nodig tijdens het seizoen, dat zagen we afgelopen seizoen wel. Elke week wordt weer opnieuw bekeken hoe de basiself van de komende wedstrijd eruit ziet. Dat is mede afhankelijk van hoe wij zelf willen gaan spelen, hoe de tegenstander speelt, welke blessures we hebben en wie er even niet de vorm heeft. De concurrentie is nu aanwezig, en dat maakt de groep uiteindelijk ook sterker. En de sterkte van de bank bepaald mede de sterkte van de groep.”
Nu zal je ‘ideale schoonzonen’ in je selectie hebben, maar ook zogenoemde ‘klootzakken’. Zijn beide nodig om succesvol te zijn? Is die laatste groep de beslissende factor in dat succes en hoe hou je ze in het gareel? “Het begint altijd met respect naar elkaar toe. Emoties zijn er altijd binnen het voetbal, het zou raar zijn als dit er niet was. En dat is ook helemaal niet erg. Als er conflictjes zijn en je lost ze op dan wordt je daar uiteindelijk ook sterker van.”
Naast het eerste elftal is RBC O23 – nu Jong RBC – ook flink onder handen genomen. “Jong RBC is op de goede weg. Ik verwacht dat het dit jaar dichter bij de eerste selectie komt te zitten dan vorig jaar. Gregory Hieronimus heeft de leiding over Jong RBC, en die is druk bezig geweest om de selectie te versterken, onder andere met spelers uit de JO17 en JO18. Met de komst van Jean-Paul Nuijten en het aanstellen van Karim Didi als Hoofd van de Voetbal Academie komt er steeds meer beleid en de invulling daarvan bij de jeugd. Ook zijn de eerste stappen gezet om een intern- en extern scoutingsapparaat op te zetten.”
Een hoofdtrainer bij RBC ben je niet heel erg lang, zo leert de geschiedenis. De kans bestaat altijd dat een bestuur afscheid wil nemen of dat een contract niet verlengd wordt. Pennings heeft namelijk een verbintenis van één jaar. Wat zijn de doelstellingen voor Pennings met RBC voor de toekomst als het aan hem ligt? “Dat is inherent aan het trainersvak. Natuurlijk blijf ik graag trainer, heb het enorm naar mijn zin en zolang ik daar nog energie voor terug krijg is dat na zelf actief voetballen het leukste wat er is. Maar mocht RBC besluiten om met mij te stoppen of als ik zelf beslis om te stoppen dan zou ik graag binnen de club actief willen blijven in een andere functie.” Waarom wil je bij RBC blijven? “Ik vind RBC een club met een enorme potentie. In welke functie dan ook, ik wil graag een bijdrage leveren om met deze club hogerop te gaan en van RBC een toonaangevende club in de regio te maken.”
Toen Pennings werd aangesteld als hoofdtrainer was dat tijdens de winterperiode. Iedereen had nog winterjassen aan. Die winterjassen werd ingeruild voor t-shirts, of door polo’s zoals de technische staf van RBC er dan bijzit. Plots zag de aanhang van RBC dat Pennings een grote tatoeage op zijn arm had. Veel supporters hadden dit niet verwacht bij de huidig hoofdtrainer. Hoe komt die er en heeft het een bepaalde betekenis? “Haha, ik heb die laten zetten door een tatoeëerder uit Vlissingen. Ik heb er drie, maar deze valt in de zomer natuurlijk op. Het heeft voor de rest geen speciale betekenis, een soort sieraad is het.”
Aanstaande zondag start voor RBC de competitie met een uitwedstrijd tegen Rood-Wit W. RBC gaat op jacht naar de Eerste Klasse, dat is normaal gesproken niet zonder slag of stoot. Tegenstanders geven zich niet zo maar gewonnen, reuring is er altijd. Op steun kan de selectie desalniettemin áltijd rekenen. Zondagmiddag om 14:00 uur in Sint Willebrord gaat het van start. RBC reist met een fitte selectie af. Ben jij er bij?