Giovanni Moerland: koning van de assist

13-04-2022

ROOSENDAAL - Eind februari 2021 presenteerde RBC Giovanni Moerland als nieuwe speler voor het komende seizoen. Met opties als GOES en ASWH, clubs die in de divisies uitkomen, is het opmerkelijk dat hij koos voor een overstap naar tweedeklasser RBC. Na jarenlang als linksback te hebben gespeeld, kreeg hij bij RBC de mogelijkheid om als aanvaller te spelen. Meerdere kenners gaven aan die keuze niet te begrijpen. “Ik heb uitgelegd waarom ik dit heb gedaan, en als je het dan niet begrijpt; sorry maar dit is mijn keuze.”

In de jeugdopleiding van MOC’17 begint Moerland als aanvaller. Daar valt hij op bij NAC Breda. “Ik heb drie jaar bij NAC gezeten. Van de D2 tot aan de C2. Door gebrek aan verdedigers ben ik uiteindelijk achterin gezet, want ik kon aardig goed verdedigen. Maar ik heb naast linksback ook centraal achterin, als voorstopper of op het middenveld gespeeld.” Hij moet uiteindelijk noodgedwongen weg, na een reorganisatie. “De C2 werd opgeheven. De beste spelers van de D1 en de C2 zouden samen de C1 gaan vormen. Iedereen die er drie tot vijf jaar zat moest weg, NAC ging verder met eerstejaars. Ik had in die tijd ook veel last van groeipijnen, de laatste jaren bij NAC heb ik niet zonder pijn kunnen voetballen. Na een training kon ik niet meer lopen, het deed zó pijn dat ik er van moest huilen. Bij NAC lieten ze mij gewoon doorspelen met tijgerbalsem.” Na zijn periode bij NAC pikt RBC hem op. “Bij RBC hadden ze in ieder geval een goede hoofd fysiotherapeut, Gijs van de Bom. Hij gaf aan dat ik eerst twee tot drie maanden rust moest nemen, zodat ik weer pijnvrij zou zijn.” Dan is je ervaring met RBC wel goed, denk ik? “In ieder geval was het op fysio-gebied veel beter geregeld. Ik heb vele uren samen met Gijs doorgebracht, oefeningen gedaan. Uiteindelijk moest ik ook weg bij RBC, destijds was ik namelijk niet fysiek genoeg. Ik wilde zelf ook terug naar het amateurvoetbal, terug in de buurt voetballen. Uiteindelijk ging RBC een paar weken later failliet.”

Hij keert terug bij MOC’17 en speelt zijn wedstrijden voor de A1 van MOC’17 en maakt daarnaast ook minuten in het tweede. Het eerste elftal is voorlopig nog uit zicht. “Bij het tweede elftal kon ik minuten maken en wennen aan het fysieke gedeelte. Ik zag wel andere spelers vanuit de jeugd meteen doorstromen naar het eerste elftal. Op dat moment begreep ik dat niet: “waarom zij wel en ik niet?” Uiteindelijk ben ik blij dat ik in het tweede kon spelen, want zo kon ik veel ervaring opdoen in het seniorenvoetbal. Toen ik achttien was, mocht ik gelijk aansluiten bij het eerste elftal. Ik had toen nog geen vaste positie, soms stond ik linksback en de andere keer weer linksbuiten. Het maakte mij op dat moment niet zoveel uit, ik was al blij dat ik in het eerste mocht spelen. Tegenwoordig heeft de jeugd weinig geduld en ziet het tweede elftal als iets slechts, maar als je als jonge speler veel minuten maakt bij het tweede elftal, zal de stap vanuit de junioren naar de senioren gemakkelijk verlopen. Voor mij werkte het erg goed!”

Na een aantal jaar bij MOC’17 in het eerste gespeeld te hebben, maakt Moerland de overstap richting Halsteren. Hij krijgt daar een vaste positie als linksback, en weet interesse te wekken vanuit de divisies. “Er kwam interesse vanuit de Tweede Divisie (ASWH) en Derde Divisie (GOES), maar zij wilden mij als linksback. Ik was ook even klaar met het vele reizen, drie keer per week trainen en vier keer per week weg zijn met voetballen. Het leek mij prettig om ook twee keer per week te trainen en dichter bij huis te voetballen. Ik ben toen met Robert Braber in gesprek geraakt. Die gaf aan dat hij trainer zou worden bij RBC en dat hij interesse in mij had om mij erbij te nemen. Ik heb toen aangegeven dat ik graag in de aanval wilde spelen. Robert deed daar niet moeilijk over. Ik heb toen ook gelijk GOES afgebeld, want daar had ik nog een gesprek mee. Maar ik was met mijn hoofd al bij RBC en wilde het graag in de aanval proberen.”

Moerland in het shirt van Halsteren. In drie jaar Hoofdklasse, waarvan twee maal onderbroken door corona, weet hij de divisies niet te bereiken. Komend jaar waagt hij een nieuwe poging, ditmaal niet als verdediger maar als aanvaller. (Foto: Enrico Giannotta)

In plaats van een of twee stappen vooruit te doen kiest de 25-jarige aanvaller voor twee stappen terug, sportief gezien. De ambities die er altijd waren om het hoogst haalbare te halen maken plaats voor een andere ambitie: slagen als aanvaller. Wanneer nam de ambitie voor het hoogst mogelijke af en koos je voor: ik vind dit leuker? “Vorig seizoen ben ik er echt serieus over gaan nadenken. Ik creëerde aanvallend al veel als linksback, maar moest wel telkens als eerste weer terug zijn bij balverlies. Waarom zou ik niet vanuit de aanval hetzelfde kunnen brengen?” Heeft Halsteren jou die mogelijkheid nooit gegeven? “Ik heb het ooit aangegeven, toen Ellas Meijer linksback was. Ik werd in eerste instantie gehaald als vervanger van hem, omdat hij geblesseerd was. Maar aangezien hij bleef en weer kon spelen heb ik aangegeven dat ze mij ergens anders konden zetten, als aanvaller. Maar daar hebben ze nooit voor gekozen.” Heb je er lang over getobd? Heb je het er met mensen over gehad? “Ik heb het er thuis over gehad. Die gaven aan dat ik moest doen waar ik het prettigst bij voel.” Heb je er nog lang over getwijfeld om de knoop door te hakken? “Nee, eigenlijk helemaal niet. Ik ben met RBC in gesprek gegaan en had er een goed gevoel bij.” Dat pakt best goed uit met negen doelpunten en meer dan tien assists. Dat kunnen weinig buitenspelers je na zeggen. Had je dit verwacht? “Robert Braber gaf aan dat ik bij 25 doelpunten betrokken zou moeten zijn.” Je bent aardig op weg. “Haha, ja. Dat ga ik normaal gesproken halen. Je weet natuurlijk niet hoe een keuze gaat uitpakken, het moet ook meezitten. Ik ging ook naar RBC toe om te zien wat het mij zou brengen. Als iemand beter is op mijn positie, dan zou ik daar vrede mee hebben gehad. Als ik niet belangrijk had kunnen zijn, dan vind ik ook dat ik realistisch moet zijn: deze plek is niet voor mij weggelegd. Daarnaast zit je ook op voetbal omdat je het leuk vindt, en niet om op de bank te zitten.” Als je jezelf nu moest analyseren, ben je gegroeid in je rol als aanvaller? Wat deed je in het begin en wat doe je nu anders? “In het begin moest ik echt wennen. Ik kwam ook elke bal ophalen en wilde deze ook in mijn voeten hebben. Robert Braber hamerde erop om veel meer diepgang in mijn spel te brengen. Ik heb ook veel met Randy gesproken, die hamerde er ook op.” Ja, die wil natuurlijk ook graag de bal vooruit geven in plaats van opzij. “Haha, ja. Dus dat ben ik meer gaan doen. Ik moet ook nog wel meer voor het doel komen en beter worden in de afronding. Het belangrijkste is om te scoren.” Ja, dat doelpunt tegen JEKA, fantastische goal in de kruising en bij Rijen uit, ook een fantastische goal in de bovenhoek. Maar ik heb er ook minimaal zes net over de kruising heen zien gaan. “Ja, dat klopt. Tegen TSC thuis kon ik RBC op 1-0 schieten, en toen leek het of ik die in de kruising wilde plaatsen maar ik wilde de bal half hoog in de verre hoek schieten. De bal stuiterde echter net op. Maar dat moet gewoon beter. Zo’n bal moet er gewoon in, dan heb je ook een heel ander verloop van de wedstrijd. Nu verloren wij deze wedstrijd.” En ik heb de statistieken er even bij gepakt, maar je hebt drie keer geel gepakt, maar de laatste duels na de winterstop niet meer. Wat is daarin veranderd? “Haha ja! Ik heb natuurlijk een stapje teruggezet, en moest wennen. Zowel aan het niveau, als dat van scheidsrechters en natuurlijk de partijdigheid van clubgrensrechters. Ik heb er van tevoren wel over nagedacht, maar als je er dan midden inzit dan is het even schakelen. Er zijn een hoop clubgrensrechters die heel vervelend zijn.” Ja, bijvoorbeeld die van JEKA. “Ja, maar die wordt natuurlijk gezien als puntenpakker. Daarnaast speel ik natuurlijk bij RBC, misschien dat het ook een tikkeltje erger is tegen ons. Het speelt ook mee dat we veel vaker in die situatie terecht komen. Wij hebben heel vaak de overhand, zijn misschien wel 70% van de tijd in de aanval dus de kans dat een vlag omhoog gaat is veel meer aanwezig.” Daarnaast ben jezelf ook niet vies om irritant te zijn. In de uitwedstrijd tegen WSC vraag je aan de tegenstander op een hele rustige manier of hij je shirtje wilt hebben na afloop. Je doet wel meer van dit soort uitspraken richting tegenstanders, is dit om de boel te ontregelen? “Het is vooral de boel scherp houden, ook voor mijzelf om geconcentreerd te blijven. En er is als tegenstander niets irritanter dan dat er tegen je gepraat wordt. Ik zou het zelfs doen bij mijn beste vriend als deze tegenover mij in het veld staat, daar zou ik gewoon ruzie mee maken. Na de wedstrijd is het klaar en doen we weer normaal. Ik kan ook vaak lachen met tegenstanders in het veld overigens, haha!”

Moerland in actie in het oefenduel met SV Nootdorp (9-0 verlies). Bij RBC krijgt hij de mogelijkheid om zich als aanvaller te ontwikkelen. (Foto: Sander de Hollander)

Moerland’s tijd bij RBC wordt tot een jaar beperkt. Komend seizoen kiest hij voor een terugkeer naar Halsteren. Ditmaal mag hij daar wel proberen om een basisplek te veroveren in de aanval. Bij Halsteren lopen nog betere vleugelspelers rond, die ook meer ervaring hebben. Jij komt daar eigenlijk als rookie binnen voor die positie. Wat denk je nodig te hebben om op dat niveau te slagen? “In het allerslechtste scenario slaag ik daar niet.” Heb je een afspraak voor de aanval? “Ja, dat klopt. Ik ben vrij realistisch, als het na vijf of zes wedstrijden niet lukt dan is het niet voor mij weggelegd. Maar net als bij RBC krijg ik bij Halsteren het volste vertrouwen. Er zijn ook positieve dingen te noemen. Bij RBC heb ik standaard dubbele dekking. Bij Halsteren bestaat de kans dat ik meer ruimte krijg.” En wat een groot wapen van je is, is je voorzet. Jij hoeft niet per se langs een verdediger, maar kan er deze ook omheen krullen. Dat is een groot wapen als het ene niet lukt heb je het andere nog. Heb je die trap van nature of heb je er lang op getraind? “Dit is een kwaliteit van mij, ik heb altijd een goede trap gehad. Hoe ouder je wordt, hoe verder dit zich ontwikkelt. Ik ben er beter in geworden. Daarom speel ik het liefst op rechts, want op links kan ik maar een kant op en ben ik erg voorspelbaar. Vanaf rechts is dat een stuk minder. Ik kan daar naar binnen en bijvoorbeeld Anwar wegsturen, Gerson, Randy of Imran.”

Als linksback kreeg Moerland de optie om in de divisies te voetballen. Voorlopig kan daar nog geen vinkje achter gezet worden. Stel dat je als linksback dit wel kan halen, maar als aanvaller is dat geen optie. Welke beslissing neem je dan? Ambitie en plezier botsen hier namelijk tegen elkaar aan. “Het liefst speel ik in de divisie, maar dan wel als aanvaller. Ik zie mijzelf niet heel snel weer een stap terugzetten als linksback. Ik haal hier zoveel voldoening uit. Ik weet niet of het reëel voor mij is om als aanvaller in de divisies te spelen, maar dat is nog wel een ambitie. Ik luister altijd wel naar een club die interesse heeft. Dat vind ik netjes. Ik sluit niets uit. Ik heb nu voor Halsteren gekozen, maar had ook naar GOES kunnen gaan. Alleen die wilde mij als back hebben en ze staan er niet heel goed voor in de Derde Divisie. Bij Halsteren voelde het vertrouwd en was ik snel rond.”

In BN De Stem gaf Moerland eerder aan dat hij het ook fijn vindt om weer met zijn vrienden te spelen. Randy Elst en Gino Pieter gaven eerder al aan dat zij dit de leukste ploeg tot nu toe vonden. Hoe beoordeel je zelf dit team? Heb je het naar je zin? “Ja, uiteraard. Ik heb het écht naar mijn zin. Er is natuurlijk veel gebeurd, normaal zie je dat van een afstandje maar als je er zelf inzit dan is dat toch een dingetje. Maar wij hebben aangetoond dat wij als team goed bij elkaar gebleven zijn. De resultaten zijn na de winterstop goed, met acht keer winst en een keer gelijk. Dat zegt al veel hoe we de wedstrijden in zijn gegaan. Wij zijn er écht van overtuigd dat, als wij een normaal niveau halen, niemand van ons wint. Dat gevoel heb ik nog steeds, ook al hebben we tegen TSC een klein tikkie gehad. En dat blijf ik ook uitstralen. Wij hebben plezier met elkaar en de groep is leuk. Ik moet ook zeggen: ik heb heel veel aan Randy, ik kan alles tegen hem zeggen en hij alles tegen mij. Dat hoort ook zo, ik accepteer dat en hij ook. Het is ook belangrijk dat Karim erbij is gekomen, een gouden gast. Goed voor de sfeer en coacht goed en voetballend is het natuurlijk kwaliteit.”

Giovanni Moerland in de wedstrijd tegen FC Dordrecht. RBC komt op 1-0 door een benutte strafschop van Anwar Tarfit, nadat Gerson Pisas zijn voorzet tegen de arm van een Dordrecht-verdediger ziet gaan. De Roosendalers verliezen uiteindelijk met 1-3 van de club uit de Keuken Kampioen Divisie. (Foto: Arthur Verbraak)

De 25-jarige aanvaller levert aan het eind van het seizoen zijn spullen in en speelt volgend seizoen zijn wedstrijden op Sportpark De Beek. RBC komt hij in de Hoofdklasse sowieso niet tegen volgend jaar. Maar er bestaat een mogelijkheid dat het jaar erop de Roosendaalse ploeg wél onderdeel is van de Hoofdklasse-competitie. Mocht Halsteren in de tussentijd niet kunnen promoveren naar de Derde Divisie en stel dat RBC – met zijn ambities – een grotere kans heeft om de Derde Divisie te behalen, en vanuit de Borchwerf wordt gebeld dat ze je er héél graag bij willen hebben als aanvaller om die ambities werkelijkheid te laten worden. Je bent dan écht op je top, rond de 27/28 jaar. De eindverantwoordelijke op dat moment van het eerste elftal geeft aan dat jij de missing link bent in dit verhaal. Wat doe je dan? “Dat is écht lastig om te zeggen. Laat ik zeggen dat ik het hier heel erg naar mijn zin heb, en dat ik het mooi vind waar RBC mee bezig is en respect heb voor iedereen die met de club bezig is om deze vooruit te helpen. Ik sluit niet uit dat ik ooit naar RBC terugkom.” Je bent hier altijd welkom. “Dat is goed om te weten.”

Er zijn nog negen duels te spelen in de competitie. RBC heeft nog een achterstand van zes punten, want het kreeg afgelopen dinsdag goed nieuws vanuit Zeist: één strafpunt heeft de club teruggekregen. Hoe gaan we het jaar afsluiten? “Tegen TSC hebben we een tik gehad, maar Karim liet na de wedstrijd in de kleedkamer direct weten: jongens, wees blij. Wij hebben de periode gewonnen. Ik was er die zondag ziek van, omdat je zeker in de tweede helft een flink overwicht had. In de tweede helft gingen we echt voetballen, het is zuur dat je dat dan niet beloond ziet worden. Er is nog niets gespeeld, nog negen duels en er zijn nog 27 punten te halen. Elke wedstrijd is nu een finale. Iedereen voelt het zo, er is niet iemand die daarin verzaakt.” De kans is echter aanwezig dat RBC de nacompetitie moet afwerken. Het is een play off-systeem, en mocht je de finale halen dien je drie wedstrijden te spelen. Het voordeel is dat Moerland ervaring heeft met het winnen van een nacompetitie. “Ik kwam toen net bij het eerste bij MOC’17. In de A1 was ik net kampioen geworden in de Vierde Divisie, en mocht aansluiten tijdens de nacompetitie. Wij promoveerden naar de Eerste Klasse, dus het was dubbel feest.” Moerland is echter wel realistisch over de nacompetitie. “Het is een momentopname. Als je met drie overwinningen aan het eind van het seizoen de nacompetitie ingaat, dan ga je er met een heel ander gevoel in dan als je twee keer verloren hebt en een keer gelijk hebt gespeeld. Het advies blijft: wij moeten gewoon elke wedstrijd winnen.”