ROOSENDAAL - RBC maakte al maanden voor de deadline van de overschrijvingstermijn (15 juni) bekend een nieuwe spits te hebben. Brian Kruf – geboren Bergenaar – koos in maart dit jaar al voor het ambitieuze plan van RBC-hoofdtrainer Robert Braber. De aanvaller was zijn gehele voetbalcarrière actief voor clubs uit Bergen op Zoom, maar was toe aan een nieuwe uitdaging. Die vond hij in Roosendaal bij RBC. Vanaf het moment van zijn presentatie bij RBC werd hij meteen gebombardeerd als aanvalsleider.
RBC staat niet bekend als die gezellige vereniging zoals je dat in omstreken hebt. Ook niet heel gek, de Roosendalers hebben namelijk het grootste gedeelte van haar bestaan betaald voetbal gespeeld waar presteren voorop staat. Kruf’s eerste ervaringen zijn echter positief: “Ik ben in een warm bad thuisgekomen, echt. Vanaf dag één voelde ik mij meteen thuis. Door mensen van de club, medewerkers, vrijwilligers en natuurlijk Mirjam van het supporterscafé. Ze zorgen gelijk dat je je thuis voelt. Via Giovanni Moerland ben ik in contact gekomen met RBC, omdat hij mij vroeg wat voor voetbalplannen ik had na het seizoen bij DOSKO. En daarna ging het snel. Ook met de spelers kon ik het meteen goed vinden zoals met Randy Elst, Kenny van der Weg, Marwin Reuvers, Flinn Assenberg, Anwar Tarfit en Perry Bierkens. Het is gewoon een gezellig thuis, dat hele kou en kille ervaar ik totaal niet.” Maar verschil is er wel, toch? “Ja, je merkt het aan de mensen die er rondlopen, de vrijwilligers, supporters. De passie straalt er vanaf.” Had Kruf verwachtingen? “Geen. Ik heb het er ook niet met veel mensen over gehad. Ik heb echt mijn eigen keuze hierin gemaakt. Ik was echt toe aan een nieuwe uitdaging. Ik ben nu 28 jaar en ik had de kans om in een stadion te spelen, dat geeft toch een klein beetje extra.”
De overstap van Bergen op Zoom naar Roosendaal kan gevoelig liggen. Hoe legde je dat thuis uit? “Mijn vader is een échte Bergenaar en voor FC Bergen. Toen ik in de jeugd de overstap wilde maken van FC Bergen naar MOC’17 mocht ik niet van mijn pa, haha. Hij mokte wat over de overstap, maar staat gewoon langs de kant voor mij en het team.” En van mensen uit de stad? “Dat is wisselend. De jongens waar ik mee samen speelde bij DOSKO snapten mijn keuze heel goed. Daar was ik ook blij mee. Vrienden die bij MOC’17 speelden hadden het idee om op zaterdag te gaan spelen. Daar was ik eigenlijk ook voor in, maar toen kwam RBC op mijn pad. Ze maakten wat grappen er over: ga maar lekker naar RBC toe. Vroeger was het waarschijnlijk een groter ding geweest, maar het is wel grotendeels verwaterd.”
Brian Kruf hangt in de lucht. Na een goede voorzet van Gerson Pisas kopt Kruf de 0-3 binnen. RBC zou het oefenduel tegen Rood Wit W met 3-7 winnen. Kruf was drie maal trefzeker (Foto: Arthur Verbraak).
Kruf maakte in de oefencampagne meteen indruk. Hij scoorde tegen de hoofdklassers Baronie (1x) en Rijsoord (2x) en ook tegen zondag eersteklasser Rood Wit W noteerde hij zichzelf drie maal op het scorebord. Tegen die laatste club wist hij een prachtige treffer te maken door een harde voorzet van Gerson Pisas kiezelhard achter de doelman te koppen. De zo makkelijk scorende spits leek gevonden. Toen de officiële wedstrijden begonnen stokte de doelpuntenmachine echter in eerste instantie. “Het is een fase waar het net niet goed valt. Ik heb het als spits vaker gehad hoor. Als die eerste goal valt, dan gaat het lopen. Daar ben ik echt van overtuigd. Aan de andere kant: we hebben vier duels gespeeld en twaalf punten.” Dat is in de voetballoopbaan bij Kruf ook wel eens anders geweest. Er is een periode bij DOSKO geweest dat als hij niet scoorde er ook geen gelijkspel of winst werd behaald. Het geeft in ieder geval de kracht van het huidige elftal aan, maar maalt het wel in zijn hoofd? “Voor mezelf is het natuurlijk wel een dingetje. Maar ik ben er tijdens de wedstrijd niet mee bezig dat het nu écht moet gebeuren. Want dat moet het altijd. Ik ben nog niet echt in een een-op-een situatie terecht gekomen, als ik daar ook de kansen ga missen dan wordt het dingetje wel een ding. Echt veel voorzetten heb ik ook nog niet gehad, en die ene kans die er wel in gaat tegen Roosendaal wordt dan afgekeurd. Op de trainingen gaan ze er wel in en in het weekend voorlopig nog niet elke wedstrijd. Al moeten we ook realistisch zijn: ik heb ook pas drie competitieduels gespeeld.” De spits van Kruisland is na vijf duels de tien goals al gepasseerd, maar daar heeft de spits geen boodschap aan: “Een wedstrijd acht keer scoren is leuk maar als je telkens de 4de, 5de en 6de maakt. Tja, je krijgt er toch maar drie punten voor.” Hoeveel wil hij er dan maken? “Ik heb het er met Robert Braber een paar keer over gehad in het supporterscafé, maar ik verwacht er toch wel minimaal twintig te gaan maken.”
Na het duel met Rijen heeft Kruf zijn eerste twee goals te pakken. Hij komt twee maal in scoringspositie en twee maal is het ook raak. Daarvoor hoeft hij niet eens in de zestien te zijn. Hij schoot beide goals namelijk van buiten het strafschopgebied. Hij heeft echter wel een karakteristieke bijnaam: sultan van de zestien. Waar komt die naam vandaan? “Dit is ooit een keer met wat vrienden onderling geweest. Toen noemde Daan Mennes, die vroeger keeper van MOC’17 1 was en nu speler bij MOC’17 2 is, mij ineens sultan van de zestien. Sindsdien hebben we dat er altijd ingehouden.”
Kruf heeft niet altijd in de spits gestaan, en krijgt die positie pas toebedeeld bij de senioren. “Ik heb op veel posities gespeeld. Ik ben in nood als spits gaan voetballen. Bij FC Bergen stond ik op mijn vijftiende in het eerste en was ik linksbuiten. Daarna ben ik pas in de spits terecht gekomen. Daarna ben ik naar MOC’17 gegaan en daar scheurde ik mijn kruisband af. Toen mocht ik een jaar niet voetballen. De wendbaarheid is een stuk minder en een stukje startsnelheid ben ik kwijtgeraakt en krijg ik nooit meer terug.” Hou je rekening met die knie tijdens wedstrijden? “Nee, totaal niet. Ik heb geen angst.” Hij speelde ook nog een jaar Hoofdklasse bij DOSKO, maar kwam niet verder dan zes goals. Is het niveau zoveel hoger dan de Eerste- of Tweede Klasse? “Persoonlijk vind ik het wel meevallen. We draaiden met DOSKO onderin mee, vooral een teruggetrokken strategie en vanuit de counter er snel uitkomen. We hadden er dat jaar meer uit kunnen halen. En ikzelf had ook meer kunnen scoren overigens.”
In zijn jaren als aanvaller moet hij regelmatig het gevecht aangaan met twee centrale verdedigers. Wat zijn de meest prettige verdedigers om tegen te staan? “Het maakt me eigenlijk niet zoveel uit. Ik doe het liefste kleunen en leunen. Als ze op afstand verdedigen is dat ook prima. Alleen de verdedigers met veel snelheid heb ik liever wat minder tegenover mij.” Wat voor gemene dingen haalt hij zelf uit om beter uit de duels te komen? “De standaard dingen. Bij corners op iemand z’n tenen staan, vooraf duwtjes geven bij een loopactie.” Het gewicht bij Kruf is regelmatig het onderwerp van gesprek. Zowel bij tegenstanders als onderling onder de supporters. Ook Braber liet ontvallen dat bij een volledig afgetrainde Kruf elke Hoofdklasser aan de poort zou staan bij het Atik Stadion. “Ik ben wel iemand die van een hapje en drankje hou. Ik moet doordeweeks opletten en ook in het weekend.” Bij het oefenduel tegen Victoria’03 liet Kruf al optekenen dat hij ruim vier kilo was afgevallen. “Ik eet standaard acht uur en zestien uur niet. Ik merk dat ik er profijt van heb.”
Met zijn 28 jaar is hij een van de wat ervaren spelers van het elftal. Hij deed sportief een stapje terug, immers koos hij voor RBC dat actief is in de Tweede Klasse in plaats van in de Eerste Klasse waar hij actief was met DOSKO. “Het is een beetje afhankelijk hoe het met RBC gaat lopen. Voor nu zie ik geen reden om weg te gaan, ik heb het goed naar mijn zin. RBC heeft de ambitie om binnen twee tot drie jaar de Hoofdklasse te bereiken, ik wil daar graag mijn steentje aan bijdragen. Ik wil mijn uiterste best doen om daar een grote bijdrage aan te leveren. Ik ben zeer competitief, kan super slecht tegen mijn verlies. De laatste jaren, nu ik wat ouder ben, kan ik wel goed relativeren. Vroeger was ik bij een nederlaag er echt flink ziek van. Mensen om me heen zeiden dan: het is maar een spelletje. Wat heeft het nu voor zin om drie dagen boos te blijven? De eindstand blijft gewoon hetzelfde. Ik tennis ook nog, vroeger deed ik ook competitie. Nu speel ik met mijn maat Tom Sanen (speler MOC’17), maar ook dan wil ik altijd graag winnen.”
Bij RBC spelen ook enkele jonge spelers die op sleeptouw genomen worden door de meer ervaren krachten. Hoe was dat voor Kruf zelf als jonge speler? “Ik merkte vroeger dat de oudere spelers je begeleiden, dat is erg fijn. Sommige spelers hebben moeite om bij balverlies om te schakelen. Dat hoef je in de jeugd natuurlijk niet. Maar bij het eerste wel. Daar praat je dan over van: luister als je echt compleet wil worden, moet je ook mee terug als de tegenstander in de aanval is. Maar ook als spelers met RBC O23 mee moeten dan geef je ook aan dat hun kansen weer komen bij het eerste. Je moet er zeker niet met de pet naar gooien. Er zijn natuurlijk ook spelers naar RBC gekomen die het op hoger niveau al bewezen hebben. Het niveau op de trainingen is ook van een goed niveau. Daar moet je van leren en dan komen die kansen vanzelf. Invallen en in de basis staan zijn twee verschillende dingen, maar je ziet het: Imran scoort regelmatig als invaller, Tayeb maakt de beslissende tegen WSC. Daar begint het allemaal.”
Kruf haalt hier uit in de wedstrijd tegen Rijen. Het zou een prachtige treffer opleveren in het dak van het doel. Hij bracht hiermee RBC aan een hernieuwde voorsprong en legde de basis voor de verdere uitbouw van de overwinning. Het duel eindigde uiteindelijk in een 1-4 overwinning. Kruf was ook verantwoordelijk voor de derde Roosendaalse treffer (Foto: Arthur Verbraak)
De carrière duurt nog wel even voor Brian Kruf, maar heeft hij al nagedacht over het leven na voetbal? “Moeilijk om te zeggen, eerlijk gezegd nog niet echt. Ik moet wel zeggen dat als Robert mij wisselt dat ik naast Corné Veraart (teammanager red.) ga zitten en mee aan het coachen ben. Ik heb altijd gezegd dat ik nooit hoofdtrainer wilde worden, maar als je met voetballen klaar bent denk ik dat ik het veld toch ga missen.” Waar Kruf met RBC de stappen omhoog wil zetten heeft hij de afgelopen jaren op het werk ook flink aan de weg getimmerd. ”Ik werk voor Hopmans Wonen. Ik ben eindverantwoordelijke voor de afdeling FlexStay sinds dit jaar, wij zorgen dagelijks voor huisvesting van onze flexmedewerkers. Ik ben vooral actief in Zuidwest-Brabant, stukje Zeeuws-Vlaanderen en België. Arbeidsmigranten die hier komen werken, daar zorgen wij voor dat er huisvesting voor is. Uiteindelijk is het doel dat ik 80% van mijn tijd kwijt ben aan buitendienst en 20% binnendienst.” Wat wil je nog graag bereiken? “Ik wil door kunnen blijven groeien. Ik heb geen negen tot vijf mentaliteit. Ik verveel me nogal snel, maar ik werk hier toch al weer zeven jaar. Jorn Hopmans, de eigenaar van Hopmans Wonen, heeft altijd meegedacht en mij de kansen gegeven om te kunnen groeien. Ik ben nu de manager van FlexStay, dus ik heb mooie stappen gemaakt.” Hoe heb je het thuiswerken ervaren? “Prettig, als je thuis zit heb je minder last van prikkels. Hybride werken zou ideaal zijn.” Zijn er nog andere persoonlijke ambities? “Ik denk dat iedereen dat wel heeft: tot je 45ste werken en dan lekker rentenieren, haha.” Misschien dat Gaston nog langskomt met die gouden envelop vanavond. “Ja, dat zou wat zijn.”