(Foto: Arthur Verbraak) |
ROOSENDAAL - Begin februari 2019 maakte Matthias Deleij als doelman van MOC’17 indruk in het duel met RBC (2-2 gelijk). Snel daarna nam de Roosendaalse club contact op met Deleij om hem naar het Herstaco Stadion te halen. De toen 17-jarige doelman schaadde het vertrouwen niet en had dan ook niet lang nodig om zijn plek onder de lat veilig te stellen. Sindsdien heeft hij zijn basisplek niet meer afgestaan en wil hij graag meegroeien met RBC naar het Divisie-niveau.
Het is juni 2019 als het bericht naar buiten wordt gebracht dat Deleij als nieuwe doelman is aangetrokken. Hij had er toen ongeveer een half jaar opzitten bij het eerste elftal van MOC’17. Waarom die overstap? “Ik had een heel goed seizoen gedraaid bij MOC’17, maar ik heb de ambitie om hogerop te spelen. MOC’17 speelde onderin de Derde Klasse en speelde vooral voor handhaving. RBC meldde zich en sprak haar ambities uit. Die ambities stroken met de ambities die ikzelf heb. De gesprekken verliepen goed, er was een positief plan. Ik vond het wel een moeilijke beslissing, want ik had het naar mijn zin bij MOC’17. Mijn vader (Ger Deleij, red.) die zat op dat moment in de zogenoemde Denktank bij RBC en met hem heb ik overleg gevoerd. We hebben toen samen besloten dat het beter voor mij was om naar RBC te komen. Mijn broertje speelde op dat moment ook bij RBC in de jeugd, dat speelde ook een rol bij de overstap.”
Bij RBC verdedigt Deleij al twee jaar het doel, maar op welke dag in het leven kwam hij tot de beslissing om keeper te worden? “Ik heb voor het eerst keepershandschoenen aangetrokken toen ik in de E-tjes speelde bij Halsteren. Daarvoor speelde ik nog in het veld, als spits. Tijdens de zomervakantie voetbalde ik veel met een vriend. Die had keepershandschoenen bij zich en die trok ik dan aan. Tijdens het seizoen in de E-tjes zochten ze een keeper. Ik heb toen de keepershandschoenen aangetrokken en besloten om in het doel te staan. Dat heb ik twee jaar gedaan en daarna liep ik een knieblessure op en moest ik noodgedwongen rust nemen. Ik heb toen een jaar niet gespeeld. Nadat de knieblessure over was ben ik weer gaan voetballen, want dat kon ik ook goed. Ik ben toen in de C1 gestart in de Hoofdklasse als rechtsback.” Dat Deleij weer als keeper aan de slag gaat komt door een scout van MOC’17 die hem een jaar er voor nog heeft zien keepen in de jeugd bij Halsteren. “Hij benaderde mij om als doelman bij hen aan de slag te gaan. Ik heb toen nog wel even getwijfeld of ik wilde voetballen of keepen, maar heb uiteindelijk de beslissing genomen om verder te gaan als keeper. Bij MOC’17 kreeg ik ook de kans om in de Derde Divisie te spelen.”
Deleij gaat verder als doelverdediger, maar wat is er eigenlijk zo leuk aan die positie in het veld? “Je bent de laatste persoon waar de tegenstander langs moet gaan. Je kan punten pakken voor je team of juist punten verspelen. Het is een enorme uitdaging om juist het eerste te realiseren. Ik vind het leuk om de ballen tegen te houden en mooie saves te maken.” In tegenstelling tot de veldspelers draagt een doelman keepershandschoenen. Uiteraard draagt de 19-jarige doelman die ook. Is er een speciaal merk handschoenen dat hij graag draagt? “Ik kijk altijd naar de grote keepers op de televisie en die dragen Adidas handschoenen. Ik heb de afgelopen jaren ook dit merk geprobeerd, maar uiteindelijk koos ik voor de Sells handschoenen. Deze voelen erg goed, omdat er een soort dikke foam in zit. Je hebt daardoor meer demping, waardoor de bal goed afremt.” Hoeveel heb je er nodig per seizoen? “Ik heb één paar voor de training en één paar voor de wedstrijden. Ik heb dus in totaal twee paar en doe er een heel seizoen mee. In het begin als je nieuwe handschoenen hebt is het wel even wennen. Ik vind het fijner als er bij de handschoenen al wat sleet opzit.”
Ondanks zijn goede optredens in de jeugd is het nooit voorgekomen dat Deleij een overstap kon maken naar een jeugdopleiding van een BVO. “Nee, helaas niet. Ik heb wel als 13/14-jarige meegedaan aan de regio selectiedagen. Uit 40 keepers werd ik toen gekozen om te keepen voor regio Zuid-Holland. We speelden toen op een groot toernooi door heel Nederland waarin we tegen de andere provincie-teams speelden. Bij MOC’17 doorliep ik alle selectie-elftallen en maakte ik na mijn eerste half jaar bij de JO19 zelfs direct de overstap naar het 1e.”
(Foto: Bram Visser Fotografie) |
Naast een eerste doelman is er ook altijd een tweede doelman aanwezig. Aan het begin van het seizoen is er een concurrentiestrijd wie de eerste man onder de lat wordt. Vooralsnog is Deleij altijd de keeper geworden die het doel gedurende het seizoen in de competitie mag verdedigen bij RBC. ”De concurrentiestrijd vind ik een leuk aspect in het keepersvak. Door een concurrent haal je meer uit jezelf, er is meer prestatiedruk. Dit seizoen heb ik veel geleerd van Robbert (van Oorschot red.). Hij heeft natuurlijk op Hoofdklasse-niveau gespeeld en veel ervaring. Ook met Thierry Aarts bij MOC’17 heb ik een prettige samenwerking gehad. Zowel toen ik eerste doelman als dat hij keeperstrainer van mij werd. Bij RBC heb ik ook even met Barry (Knook red.) samen gespeeld. Hij wilde natuurlijk net als ik ook eerste doelman worden. De sportiviteit nam wat af nadat ik als eerste doelman werd gekozen. Persoonlijk heb ik liever een oudere doelman met ervaring erbij. Van deze keepers kan je veel leren door hun ervaring. Dit vind ik fijner om mee te sparren.” Deleij is de afgelopen twee jaar onafgebroken eerste doelman, maar heeft hij zelf wel eens plaats moeten nemen op de bank als tweede keeper? “Ja, dat heb ik ook meegemaakt. Dit gebeurde in MOC’17 JO17. Maar dat heeft niet heel lang geduurd. Ik haalde die keeper uiteindelijk weer in en maakte bijna direct de overstap van de JO19 naar het 1e.” Is er spanning bij Deleij tijdens zo’n concurrentiestrijd? “Ja, die is er altijd wel. Maar dan vooral het behalen van het doel: eerste keeper worden. Het klinkt een beetje gek om te zeggen dat je dan die extra stap zet, maar gevoelsmatig is dat wel zo.”
Aan het begin van dit seizoen moest Deleij verstek laten gaan vanwege een blessure. “Ik had te hard getraind. Daarmee kreeg ik last van mijn kuit waar uiteindelijk de irritatie aan mijn scheenbenen ontstond, ook wel shin splints genoemd. Ik heb er ongeveer twee weken uitgelegen en heb met de fysiotherapeut veel oefeningen gedaan.” Heb je even gedacht dat je je plek onder de lat kwijt was? “Het was een onzeker periode. Met Robbert (van Oorschot red.) wist ik aan het begin van het seizoen dat we een goede keeper erbij kregen. Stel dat hij twee uitstekende wedstrijden had gekeept dan was er natuurlijk een grote kans geweest dat ik mijn plek kwijt zou zijn. Nadat mijn blessure voorbij was mocht ik weer in het doel plaatsnemen, al heeft dat ook maar twee duels geduurd in verband met de coronacrisis.”
Deleij is met zijn 19 jaar nog een erg jonge doelman en er valt nog veel te leren. Kritiek werd er vooral geleverd op het aanvoeren van de verdediging. “Dat klopt inderdaad. De communicatie was wat minder, maar ik heb daar wel grote stappen in gezet. Op de trainingen gaat dat steeds beter. Ook Ton van Eenennaam (keeperstrainer red.) en Koos (Waslander red.) hameren daar constant op. In de jeugd coachte ik minder, en lag mijn focus vooral op het lezen van de wedstrijd. Nu verbeter ik mij vooral op de organisatie van achterin.” Waar liggen nog meer verbeterpunten? “De ballen die over de verdediging vallen. Wanneer moet je precies uitkomen? Dat zijn lastige situaties.” Voor een keeper zijn er veel verschillende situaties die tijdens een wedstrijd voorkomen. Ballen die over de verdediging heen vallen, de organisatie bij een hoekschop, het zetten van een muur bij een vrije trap, in de slotfase de verdediging leiden als het elftal in de verdrukking komt omdat een kleine voorsprong verdedigd moet worden en het meevoetballen zijn enkele voorbeelden waar een keeper mee te maken kan krijgen tijdens de wedstrijd. Bij welke situatie neemt de spanning het meest toe? “Als we een voorsprong verdedigen en we ons terugtrekken op onze eigen zestien. Elk klein foutje kan cruciaal zijn en punten kosten. Dan is communicatie erg belangrijk en moet ik alles goed neerzetten anders wordt de hectiek groter. Ik ben dan meer gefocused, ook omdat de situatie toch zo’n tien minuten tot een kwartier kan aanhouden.”
De goede prestaties van de 19-jarige doelman ontgaat ook andere clubs niet. Is er al vanuit clubs uit de divisies gebeld? “Nee, de hoogst spelende clubs komen momenteel uit in de Eerste Klasse.” RBC komt momenteel uit in de Tweede Klasse, maar heeft de ambitie om binnen vijf jaar op divisie-niveau te gaan acteren. Wat is de persoonlijke ambitie van Deleij? “Ik zou het heel tof vinden als we straks met RBC op divisie-niveau spelen. Ik hoop er dan uiteraard nog bij te zijn. Het lijkt me super als ik straks kan terugkijken dat we van de Derde klasse opgeklommen zijn naar de Derde of Tweede Divisie.”
Waar Matthias Deleij het doel verdedigt, moet vader Ger Deleij leiding geven aan het RBC-bestuur als voorzitter en de voorgenomen plannen om binnen vijf jaar divisie-voetbal te spelen organisatorisch zien te verwezenlijken. Gaat Deleij senior dat ook lukken? “Ik denk het wel. Ik vind dat hij het goed doet. Nadat hij is aangetreden als voorzitter zijn er veel stappen gezet. De communicatie is verbeterd en ik vind dat er een goed beleid is uitgestippeld. Dat doet hij samen met onder andere Ronald Keijzer en de andere bestuursleden. Zoals je wellicht gemerkt hebt, zijn ze druk bezig met het binnenhalen van sponsoren in samenwerking met RBC Netwerk. Het ziet er allemaal goed uit.” Wat kan er nog beter? “Een spelersraad zoals die eerder genoemd is, zou wenselijk zijn. Vanuit die raad is er direct contact met de bestuursleden. Dan weten beide ook van elkaar wat er speelt.” Hoe is de situatie in huize Deleij, want het gaat er vast veel over RBC? “Haha, ja. Het is natuurlijk best apart, want het gaat niet alleen over de wedstrijden, maar ook bijvoorbeeld over welke spelers er komen en wie er gaan en welke sponsoren er weer aangetrokken zijn. Mijn zussen en moeder worden er wel eens gek van!”
Naast het keepen studeert Deleij en werkt hij als teamleider bij de Albert Heijn. “Ik ben dit schooljaar begonnen aan de HBO studie technische bedrijfskunde aan de Hogeschool Rotterdam. Het is vooral zelfstudie momenteel. Het aantal keer dat ik fysiek aanwezig ben geweest is op een hand te tellen. De colleges worden digitaal gegeven en het contact met leraren is dan ook wat minder, evenals met je medestudenten. Het is geen ideale situatie.” De doelman van RBC heeft voor deze studie nog een MBO-opleiding gedaan: “Ik heb drie jaar een opleiding aan het Albeda gevolgd. Een opleiding tot assistant-manager International Trade.” Wat is het verschil tussen MBO en HBO? “Bij het HBO moet je veel meer doen en wordt er dieper op de stof ingegaan. Bij het MBO kan je met informatie stampen het ook halen, maar bij het HBO dien je uit te leggen hoe en waarom je iets hebt gedaan. Aan het begin moest ik daar erg aan wennen.” Tijdens de coronacrisis maakte Deleij ook promotie naar teamleider bij de Albert Heijn. “De coronacrisis brak net uit toen ik teamleider werd bij de Albert Heijn. Dat waren in het begin enorm drukke dagen. Naast de studie werkte ik ook nog dertig uur per week bij Albert Heijn. Die tijd was hectisch met de hele corona-situatie en de maatregelen waar iedereen zich aan moest houden. Niet iedereen wil natuurlijk meewerken. Sommige mensen schieten uit hun slof. Ik probeer als teamleider deze klant dan rustig te benaderen om toch te zorgen dat ze een mondkapje opdoen of een winkelwagen pakken.” Zijn er nog ambities na de studie? “Ik weet het momenteel nog niet. Ik verwacht niet dat ik door ga studeren voor een Master, maar een baan zoek in productieprocessen.”
Na dit seizoen staat Robert Braber als hoofdtrainer voor de groep. Hoe komt hij op Deleij over? “Ik heb hem gesproken en ik heb een goed gesprek met hem gehad. Hij legde zijn plannen voor komend seizoen aan mij voor en daar sprak veel vertrouwen uit. Ik liet dan ook snel weten graag te willen blijven. Hij staat midden in de groep en is communicatief erg sterk.” Naast Braber loopt er nóg een trainer rond die misschien nog wel belangrijker voor Deleij is dan de hoofdtrainer, dat is namelijk keeperstrainer Ton van Eenennaam. “Toen ik naar RBC kwam was Ton er ook net. Ik vind het een goede keeperstrainer en hij leert me veel nieuwe dingen. Bijvoorbeeld als hij ziet dat er keepers zijn die hun been laten staan als ze in een hoek duiken, dan zorgt Ton dat er oefeningen komen om daar op te trainen. Ik blijf me daardoor ontwikkelen.” Naast een specialist die met hem aan de slag gaat heeft de keeper ook altijd een ander kleur shirt aan dan de spelers in het veld. Heeft Deleij daar invloed op? “Ik heb er invloed op ja. Ik keepte graag in het rood, maar dat leek teveel op het oranje dat de spelers dragen. Ik heb er nu voor gekozen om tijdens wedstrijden het gele keepersshirt te dragen,” zo besluit Deleij.