ROOSENDAAL - Al enkele jaren wacht de aanhang van het dan net naar de Tweede Klasse gepromoveerde RBC op een aanvalsleider die een garantie is voor goals; eentje die het bewezen heeft op een hoger niveau. Enkele dagen voor het sluiten van de overschrijvingstermijn in het amateurvoetbal presenteert RBC haar langverwachte spits: Assad el Harti. Zijn komst wordt met luid gejuich ontvangen, tussen de regels van de reacties door lees je: “Eindelijk!”.
El Harti heeft die afgelopen maanden echter weinig vreugde gezien. Het voetbal ligt al sinds medio maart 2020 plat. De regering besluit naar aanleiding van het oprukkende coronavirus in Nederland om een intelligente lockdown van kracht te laten worden. De verpleeghuizen gaan op slot, evenals de kleinschalige woonvormen. El Harti werkt in de gehandicaptenzorg en kijkt terug op een heftige tijd gedurende de eerste lockdown in Nederland: “Het was een lastige situatie. We wisten namelijk niets van het virus en hoelang dit ging duren. En hoe ga je het de gehandicapten uitleggen? Ik werk met cliënten die bijvoorbeeld dertig jaar zijn, maar door hun beperking het verstandelijk vermogen van 6 tot 12 maanden hebben. Hoe ga je uitleggen dat ze op hun kamer moeten blijven? Een cliënt begrijpt dat gewoon niet, ze worden agressief. Die verbouwt zijn hele kamer. Wijzelf kregen in het begin het advies om goed uit te kijken en afstand te houden, tegelijkertijd moet je wel structuur geven in het proces,” zo vertelt El Harti. Waar hijzelf werkt zijn geen uitbraken van corona, maar in andere wooninstellingen wel. Wooninstellingen gaan letterlijk op slot. Niemand mag er meer in, ook de dagbestedingen worden niet meer gehouden. De druk op de zorg neemt in die periode toe, ook de 30-jarige aanvaller merkt dat. “Ik werk nu enkele jaren als ZZP’er en werd gedurende die eerste maanden constant gebeld om bij te springen. Vast personeel meldde zich steeds vaker ziek in verband met de hoge werkdruk. Ik maakte soms wel zestig of zeventig uur in de week. Afzeggen? Nooit! Ik kan een cliënt niet alleen in zijn kamer laten zitten met een vieze luier om, omdat er op dat moment even geen personeel aanwezig is.”
Niet iedereen kan de opgelegde maatregelen van de regering even goed waarderen. El Harti zelf staat wel achter de besluiten, maar begrijpt de kritische geluiden ook. “Ik snap de mensen die kritisch kijken naar de genomen besluiten. De coronaperiode is een lastige periode. Er worden dingen afgenomen. Je kan niet meer naar de kroeg, restaurant of een feestje. Je mag maar een beperkt aantal mensen thuis ontvangen, maar we moeten ook beseffen dat er mensen in Nederland rondlopen die goed moeten oppassen voor dit coronavirus. Onze opa’s en oma’s zijn allemaal op leeftijd, ikzelf zou die van mij niet graag op de intensive care zien. Ik snap de frustratie, maar we moeten deze moeilijke periode doorheen met z’n allen. Steun elkaar.”
Dat El Harti in de gehandicaptenzorg belandt is meer toeval dan een bewuste keuze vooraf, want hij koos in het begin na zijn studie voor een andere weg. “Ik ben opgegroeid in een moeilijke buurt, ikzelf heb geen moeilijke jeugd gehad. Ik heb echt fantastische ouders, maar ik zag wel om mij heen dat er jongeren afgleden. Ik heb toen een opleiding gevolgd voor sociaal cultureel werker en ben met jongeren aan de slag gegaan. Het doel daarin was om jongeren te helpen terug de maatschappij in en ze weer mee te laten doen. Door de eerste crisis was daarin steeds minder werk en zo ben ik in eerste instantie terecht gekomen in de GGZ – werken met mensen met een verstandelijke- en geestelijke beperking. Ik had er totaal geen ervaring mee, maar vanaf dag één haalde ik er enorm veel energie uit.” Toch rijst de vraag: hoe maak je nu contact met verstandelijk beperkte mensen die een verstand hebben van 6 tot 12 maanden? “Het is een moeilijke groep. In het begin vertrouwen ze je helemaal niet. Je moet echt stapje voor stapje proberen het vertrouwen te winnen en dat vraagt heel veel geduld. Dit doe je in eerste instantie met zogenoemde picto’s. Op deze picto’s, dit zijn een soort stickers, staat bijvoorbeeld een douche. Als een cliënt deze douche picto ziet dan weet de cliënt dat het de bedoeling is om een douche te pakken. Zo probeer je steeds meer contact te maken en na een tijdje zie je het wantrouwen omslaan in vertrouwen. Dat geeft een geweldig gevoel!”
Naast het werk in de woonbegeleiding heeft El Harti zich ook steeds meer toegelegd op ‘Sport en bewegen’. Hij is een nieuwe onderneming begonnen genaamd ‘Hartizorg’ wat betrekking heeft op sport en bewegen om mensen met een beperking hierin te begeleiden en te ontwikkelen. Dit werk doet hij eveneens met cliënten met een verstandelijke beperking. “Ik wil graag cliënten uitdagen in het behalen van nieuwe doelen. We doen verschillende spelletjes spelen. Je kan hierbij denken aan bijvoorbeeld badminton en voetbal, maar ook spelletjes zoals boter, kaas en eieren. Het is dankbaar werk. Uiteindelijk wil ik me ook verder ontwikkelen in het ondernemerschap. Momenteel werk ik al enkele jaren als ZZP’er en dat bevalt heel goed. Het uiteindelijke doel van mij is om een eigen zorginstelling te beginnen.”
Dat El Harti inmiddels het vertrouwen van cliënten heeft is wel duidelijk. Begin september komt Oranje Wit voor het tweede bekerduel op bezoek in Roosendaal. De winnaar van het duel pakt een ticket voor de volgende ronde in de beker. De aanvalsleider komt er in de tweede helft in, maar is niet alleen naar Roosendaal gekomen. Op de tribune zit Ashraf, een oud cliënt van El Harti: “Hij wilde heel graag een keer komen kijken bij mij in het stadion.” Het mag echter niet baten, El Harti weet wel zijn eerste officiële doelpunt voor RBC te maken maar de thuisploeg verliest kansloos met 1-4. Op de foto hierboven zie je Ashraf en Assad samen. Ashraf geeft Assad een bedankkaartje voor al zijn werk de afgelopen twee jaar als persoonlijk begeleider in zijn dagelijks leer-, werk- en ontwikkelingsproces. Deze foto hangt nog altijd in Ashraf’s kamer. Beide hebben tevens nog dagelijks contact.
Een aantal maanden daarvoor besluit de op dat moment 29-jarige spits om te kiezen voor RBC. De aanvaller speelt al jaren op hoofdklasse niveau, maar kiest toch voor het twee niveaus lager spelende RBC. “Ik had contact met meerdere clubs en was enkele maanden daarvoor gestopt bij Leonidas, omdat ik er een slechte periode kende. Koos (Waslander, red.) belde mij op en ik had in het korte tijdsbestek dat wij samenwerkten een prettige ervaring met hem. Uiteraard belde ik ook met Carlos (Ramos, red.). Hij triggerde me en gaf aan dat die het naar zijn zin had bij RBC. In die periode ben ik ook verhuisd. Ik heb toen uiteindelijk besloten dat bij een nieuwe start ook een nieuwe uitdaging hoort en daarom koos ik voor RBC.”
Dat RBC twee niveaus lager speelt merkt de aanvaller wel degelijk. “Je denkt er van tevoren wel over na en je weet het inwendig wel, maar als je het dan zelf ervaart dan is het toch even slikken. Jij denkt al twee stappen vooruit, maar dat wordt niet altijd opgepikt; het spel vertraagt daardoor. Dat is soms best lastig. Maar ook dat er vooraf afspraken gemaakt zijn, maar die niet altijd nagekomen worden in het veld. Dat was ik niet gewend. Ik speelde bij Leonidas al enkele jaren met dezelfde spelers, we wisten precies wat we aan elkaar hadden. Dit alles heeft natuurlijk ook te maken met dat we een nieuwe ploeg zijn. We moeten zorgen dat we in het veld, maar ook daar buiten een team vormen.” Door zijn werk probeert hij ook een steun te zijn voor de jonge spelers. “Maar niet alleen voor de aanvallers zoals bijvoorbeeld Tayeb (Lakbir, red.) en Imran (Echambit, red.), maar ook voor Matthias (Deleij, red.). Als aanvaller heb ik natuurlijk veel te maken met keepers en ik probeer hem tips te geven hoe hij beter kan uitkomen. Dan zeg ik bijvoorbeeld: “Matthias, als jij zo uitkomt dan word ik echt niet bang van je als spits. Je moet veel agressiever uitkomen, laat zien dat je alles geeft om die bal te pakken!”. Ook over zichzelf is hij kritisch: “Met mijn ervaring had ik meer moeten brengen in die eerste wedstrijden. Ik scoorde in het begin ook niet. Ik weet hoe het werkt: scoor je niet dan heb je het als spits gedaan en als je wel scoort ben je de held. Het ging toch even in me hoofd spoken, het was even een mentaal dingetje. Koos gaf daarin het vertrouwen. Daarom was ik ook zo blij met het doelpunt tegen Oranje Wit." (zie foto boven)
Ondanks alle aanpassingen die hij moest ondergaan is hij wel tevreden over de selectie. Niet alleen tevreden, maar hij valt meteen met de deur in huis: “Wij worden kampioen,” zo stelt El Harti stellig. “We hebben verreweg de beste spelers. Als je ziet dat we met blessures en afwezigen toch de laatste twee duels redelijk makkelijk wisten te winnen, dan weet je dat er mooie dingen staan te gebeuren als de hele groep er is. En geloof me: iedereen heeft er zin in! We zijn natuurlijk wel afhankelijk hoe de KNVB het gaat indelen. Als de competitie in tweeën wordt gedeeld en iedereen op nul begint dan geloof ik heilig in de eerste plek. Als alleen de eerste competitiehelft wordt afgewerkt dan is het wel een lastig verhaal in verband met dat we die eerste twee duels verloren.”
Die eerste twee duels hakten er flink in. De ‘nieuwe’ spelers raakten voor het eerste echt bekend met de RBC-aanhang. Na die eerste twee duels waren er ontzettend veel negatieve reacties. Hoofdtrainer Koos Waslander kreeg het zwaar te verduren. Ook El Harti kreeg steeds meer kritiek te verwerken vanwege het uitblijven van doelpunten. “Ik heb er zelf niet veel last van. Ik hou van druk. Ik snap de supporters van RBC, zij zijn écht fan van de club en willen graag resultaat zien. De club is ambitieus, de aanhang is ambitieus. Ze willen zo snel mogelijk hogerop, alleen dat gaat af en toe met vallen en opstaan. Wat ik wel mooi vond is dat toen we in de eerste wedstrijd tegen Bavel weer op gelijke hoogte kwamen dat er een orkaan van geluid vanaf de tribunes kwam. Dat was zó fantastisch om te zien, het hele meeleven van iedereen. Dat geeft echt een kick. Maar ik zou toch graag willen vragen als er slechte periodes aanbreken om de club te blijven steunen en diezelfde passie te laten horen, dat kan net dat extra zetje zijn om ons de goede kant op te sturen!”
Na vier duels werd de competitie weer stilgelegd naar aanleiding van de nieuwe lockdown. Het is dan ook moeilijk voor El Harti om een mening te vormen over zijn verblijf bij RBC. “Ik heb het wel naar mijn zin, maar door al die korte periodes dat je samen bent bouw je ook moeilijk een band op met iedereen. Ik ben wel goed opgevangen door de jongens en door Koos. Of ik volgend seizoen ook nog bij RBC speel is nog niet duidelijk, ik sta er in ieder geval wel voor open als ze door met mij willen. Ik mis wel de communicatie vanuit het bestuur met ons. Zij zouden meer moeten communiceren. Als er iets bekend wordt, geef het aan bij ons. Of als er dingen spelen, communiceer het met de groep. We hebben momenteel geen spelersraad. Het zou handig zijn als we die zouden hebben, want de spelersraad kan namens ons optreden om frequent in gesprek te gaan met het bestuur. Zo weten beide partijen precies wat er speelt. Daarnaast denk ik dat wij als selectie ook veel meer voor de jeugd zouden kunnen betekenen. Ik snap dat RBC nog in opbouw is en elke club heeft dingen die verbeterd kunnen worden, maar dit zou ik zo snel mogelijk doorvoeren.”
Voor zijn periode bij RBC speelde El Harti ook even voor het in de Tweede Divisie uitkomende Excelsior Maassluis (zie foto rechts). De Tweede Divisie is het hoogste amateurniveau in Nederland. Hij besluit echter na een half jaar om zijn contract in te leveren. “Ik zie het niet als een persoonlijke nederlaag. Ik blijf van mening dat ik geen eerlijke kans heb gekregen. De spits die er toen in stond scoorde slechts eenmaal in vier duels. Dan vind ik dat het tijd is om een ander te proberen. In de wedstrijd tegen Rijnsburgse Boys mocht ik wel in de basis beginnen en ik speelde een goede wedstrijd, maar het volgende duel zat ik weer op de bank. Je raakt geïrriteerd, gefrustreerd. Ik moest het nog steeds met kleine invalbeurten doen. Dan kom je op een gegeven moment tot de conclusie dat je dus moet wachten op een blessure van de huidige spits. Ik was op dat moment 28 jaar, niet oud maar ook zeker geen jonge speler meer. Ik wilde niet meer wachten op die kans, al kijk ik er nu op terug met het idee dat ik dat misschien wel had moeten doen. Ik heb uiteindelijk in een gezamenlijk gesprek aangegeven dat ik weg wilde en heb mijn contract ingeleverd en ben terug gegaan naar Leonidas.”
El Harti kijkt wel uit naar de hervatting van de competitie. Momenteel traint de spelersgroep door de zwaardere maatregelen van de Nederlandse regering ook niet meer samen. “Ik wil nog zeggen tegen de RBC-supporters: hou je kop omhoog en je borst vooruit. We proberen met z’n allen deze moeilijke tijd goed door te komen en ik hoop dat jullie met z’n allen na de lockdown weer langs de kant staan om ons te steunen tijdens de wedstrijden.” Aan het eind van het gesprek komt ook de huidige realiteit weer even om de hoek kijken als er een ‘fijn weekend’ gewenst wordt: “Haha, in dit werk heb je nooit echt weekend; maar ik doe dit werk ontzettend veel passie en plezier.”